zaterdag 30 mei 2015

stamboom

Wroeten in het verleden van je familie confronteert je permanent met de cyclus van het leven, samengevat in allerlei akten en documenten: geboorte, volwassenheid met zaken zoals beroep, huwelijk, grondaankopen, woningen enz. en uiteindelijk de overlijdensakte. Een stamboom opzetten is iets anders dan namenlijsten met cijfertjes maken, het is geen telefoonboek. Net de levensloop maakt het boeiend. Als je start met een stamboom begin je meestal met je eigen en je vader en moeder enzovoort. Je weet waar je begint maar je weet begot niet waar je zult moeten stoppen.

Genealogie gaat over het leven en de dood, over voortplanting, over de continuïteit van de menselijke soort. Het is een feit dat we met ouder worden ons meer bewust worden van de eindigheid van ons leven. Ik merk in gesprekken met andere stamboomzoekers dat al dat rondgesnuffel ons confronteert met de relativiteit van de belangrijkheid van ons leven. Van de circa 20.000 familieleden die ik tot nog toe gevonden heb, blijft er heel weinig wetenswaardigheid over. Een vriend van het VVF heeft van de bevolkingsregisters van Loppem, Zedelgem en Aartrijke een statistiek gemaakt: een bevolkingspiramide gebaseerd op de eerste betrouwbare telling van 1846. Het betreft hier 8193 inwoners in één jaar. Tegenwoordig kun je geen dagblad openslaan of naar een TV programma kijken zonder dat gezever over de vergrijzing, het pensioenprobleem, de lage geboorte cijfers en de hoge levensverwachting. Vroeger was het net het tegenovergestelde: veel kroostrijke gezinnen en lage levensverwachting. Veel kinderen op jonge leeftijd hadden al één of beide ouders verloren. Het overgrote deel van die kinderen hebben nooit hun grootouders gekend. Het kerkhof stond midden het dorp en de dood stond midden in de gemeenschap. Het sterfterisico lag echt heel
hoog. Enkele mortaliteit cijfers in promille voor de periode 1846-1856: de sterfte op 1.000 mensen was van 0-4 jaar: 318 en van 45-65 jaar 575. 75-plussers waren een zeldzaamheid.

Als ik kijk naar de oude parochieregisters met de registraties van de dopen, de
bruiloften en de begrafenissen wordt het nog hallucinanter. Een baby had slechts 50 procent kans om volwassen te worden. Nu ligt dat cijfer rond de 99 procent. Van een natuurlijke selectie gesproken. Vroeger waren er doodeenvoudig minder reproductieve spelers op het veld: alleen rijke of welstellende ouders hadden veel kinderen die bleven leven. De baby’s van arme sukkels overleefden het veel minder. Velen waren ook gedwongen om priester of non te worden, in het leger of naar het klooster te gaan, zonder kans op een nageslacht. De mensen trouwden ook op veel latere leeftijd. De genen van de zwakkeren in de samenleving konden zich niet handhaven. Darwin’s survival of het fittest niet alleen fysisch maar ook op sociaal gebied. Van genen gesproken: het is een feit dat de keiharde levensomstandigheden wel gezorgd hebben voor een natuurlijke selectie. Velen die nu zich voortplanten zouden vroeger nooit die reproductieve leeftijd gehaald hebben om een nageslacht te maken. Ja, familie stambomen maken drukt je met de neus op de feiten: leve het hiernumaals. De plaats om te genieten van ons leven is hier, de tijd om er van te genieten is nu. En van de doden: niets dan goed.

Geen opmerkingen:

candy DULFER saxofoon

 zeker al 20 jaar geleden, maar nog altijd een magistraal duo.