vrijdag 23 september 2011

Stambomen en terugblikken

TERUGBLIKKENDE VRAGEN







Hoe het maken van je familiestamboom een aanzet is tot een reeks fundamentele vragen.






Wroeten in het verleden van je familie confronteert je permanent met de cyclus van het leven, samengevat in allerlei akten en documenten: van geboorte tot volwassenheid met zaken zoals beroep, huwelijk, grondaankopen, woningen enz. en uiteindelijk de overlijdensakte.






Genealogie gaat over het leven en de dood, over voortplanting, over de continuïteit van de menselijke soort. Het is zeker een feit dat we allemaal met ouder worden ons meer bewust worden van onze sterfelijkheid, van de eindigheid van ons leven. Maar toch merk ik in gesprekken met andere stamboomzoekers dat al dat rondgesnuffel ons confronteert met de relativiteit van de belangrijkheid van ons leven. We zijn op reis naar de onvermijdelijke vergetelheid. Van de circa 10.000 familieleden en aanverwanten die ik tot nog toe gevonden heb, blijft er heel weinig wetenswaardigheid over. En toch hebben al die mensen meegeholpen om de samenleving te vormen tot wat ze is. Radertjes in de nooit stilvallende tijdsmachine.






Een vriend van het VVF heeft van de bevolkingregisters van Loppem, Zedelgem en Aartrijke een statistiek gemaakt: een bevolkingspiramide gebaseerd op de eerste betrouwbare telling van 1846. Het betreft hier 8193 inwoners in dat jaar in deze 3 kleine gemeenten. Tegenwoordig kun je geen dagblad openslaan of naar een TV programma kijken zonder dat gezever over de vergrijzing, het generatiepact, de lage geboorte cijfers en de hoge levensverwachting. Vroeger was het net het tegenovergestelde: veel kroostrijke gezinnen en lage levensverwachting.






Veel kinderen op jonge leeftijd hadden al één of beide ouders verloren. Het overgrote deel van de kinderen hebben nooit hun grootouders gekend. Het kerkhof stond midden in het dorp en de dood stond midden in de gemeenschap. Het sterfterisico lag echt heel hoog. Enkele mortaliteit cijfers in promille voor de periode 1846-1856: de sterfte op 1.000 mensen was van 0-4 jaar: 318 en van 45-65 jaar 575. 65 plussers waren een zeldzaamheid, Geneeskunde was op het platteland bijna onbereikbaar.






Als ik kijk naar de oude parochieregisters met de registraties van de dopen, de bruiloften en de begrafenissen wordt het nog hallucinanter. Een baby had slechts 50 procent kans om een reproductieve leeftijd te bereiken. Nu ligt dat cijfer rond de 99 procent. Vroeger waren er doodeenvoudig minder reproductieve spelers op het veld: alleen rijke of welstellende ouders hadden veel kinderen die bleven leven. De baby’s van arme sukkels overleefden het veel minder en vele arme vrouwen stierven bij of na de bevalling. Velen werden ook gedwongen om in het leger of het klooster te gaan, zonder kans op een nageslacht. De mensen trouwden ook op latere leeftijd. De genen van de zwakkeren in de samenleving konden zich niet handhaven. Darwin’s “survival of het fittest” was niet alleen een genetische selectie, maar was ook een selectie op basis van welvarendheid. De groot deel van de bevolking was ongezond door eenzijdige voeding, gebrek aan hygiëne en slechte huisvesting.


Roland, alias Toeskilfoo

camerawerk in een film

Ik hou van film, de magie van het grote scherm in een donkere cinemazaal, het visueel spectakel vol kleur, beweging en klank.
Mijn HD flat screen TV thuis is vaneigens fantastisch en mij hoor je niet klagen dat er tegenwoordig niets meer op TV is. En jawel, ik kan me thuis ook laten meesleuren door een goede TV reeks. Een goede film in de cinema heeft toch net altijd iets meer, dan dezelfde film thuis in je vertrouwde huiskamer, enfin, dat is toch mijn persoonlijk gevoel.

Een goede film mag me dan al meesleuren in het verhaal van de filmmaker, toch kan ik het niet laten om te kijken hoe de beelden gefilmd zijn, naar het camerawerk, naar het spel van de acteurs, kortom hoe de film ingeblikt is.

Vroeger waren films langzamer met lange statische shots, de grote zware camera's vereisten statieven. Maar langzaam maar zeker werd er dynamischer gefilmd, kranen en dolly's lieten de camera meebewegen, er kwam meer actie in het camerawerk.
Vooral de TV films werden steeds nerveuzer gemonteerd. Maar de steadycam met gyroscopen bevrijdde de filmcamera's van het statisch. Een cameraman kon zich eindelijk met een 35 mm camera verplaatsen op de set.

Het sterkste staaltje camerawerk met een steadycam is de opname in één non-stop traveling van meer dan 5 minuten.
Bijna één kilometer lang loopt de cameraman over het strand in Duinkerke. Duizenden figuranten maken de chaos van de terugtrekkende Engelsen in 1940 zeer geloofwaardig. Om zoiets in één ruk te kunnen filmen heb je zowel een heel goede regie, goede figuranten, en een crack van een cameraman nodig.

Neem je tijd, zet deze YT op schermvullend en geniet van dit uitzonderlijk steadycam staaltje.
http://www.youtube.com/watch?v=tgILEmJFw2o&feature=related

russian lyric poetry

 zo z stive morgan