TERUGBLIKKENDE VRAGEN
Hoe het maken van je familiestamboom een aanzet is tot een reeks fundamentele vragen.
Wroeten in het verleden van je familie confronteert je permanent met de cyclus van het leven, samengevat in allerlei akten en documenten: van geboorte tot volwassenheid met zaken zoals beroep, huwelijk, grondaankopen, woningen enz. en uiteindelijk de overlijdensakte.
Genealogie gaat over het leven en de dood, over voortplanting, over de continuïteit van de menselijke soort. Het is zeker een feit dat we allemaal met ouder worden ons meer bewust worden van onze sterfelijkheid, van de eindigheid van ons leven. Maar toch merk ik in gesprekken met andere stamboomzoekers dat al dat rondgesnuffel ons confronteert met de relativiteit van de belangrijkheid van ons leven. We zijn op reis naar de onvermijdelijke vergetelheid. Van de circa 10.000 familieleden en aanverwanten die ik tot nog toe gevonden heb, blijft er heel weinig wetenswaardigheid over. En toch hebben al die mensen meegeholpen om de samenleving te vormen tot wat ze is. Radertjes in de nooit stilvallende tijdsmachine.
Een vriend van het VVF heeft van de bevolkingregisters van Loppem, Zedelgem en Aartrijke een statistiek gemaakt: een bevolkingspiramide gebaseerd op de eerste betrouwbare telling van 1846. Het betreft hier 8193 inwoners in dat jaar in deze 3 kleine gemeenten. Tegenwoordig kun je geen dagblad openslaan of naar een TV programma kijken zonder dat gezever over de vergrijzing, het generatiepact, de lage geboorte cijfers en de hoge levensverwachting. Vroeger was het net het tegenovergestelde: veel kroostrijke gezinnen en lage levensverwachting.
Veel kinderen op jonge leeftijd hadden al één of beide ouders verloren. Het overgrote deel van de kinderen hebben nooit hun grootouders gekend. Het kerkhof stond midden in het dorp en de dood stond midden in de gemeenschap. Het sterfterisico lag echt heel hoog. Enkele mortaliteit cijfers in promille voor de periode 1846-1856: de sterfte op 1.000 mensen was van 0-4 jaar: 318 en van 45-65 jaar 575. 65 plussers waren een zeldzaamheid, Geneeskunde was op het platteland bijna onbereikbaar.
Als ik kijk naar de oude parochieregisters met de registraties van de dopen, de bruiloften en de begrafenissen wordt het nog hallucinanter. Een baby had slechts 50 procent kans om een reproductieve leeftijd te bereiken. Nu ligt dat cijfer rond de 99 procent. Vroeger waren er doodeenvoudig minder reproductieve spelers op het veld: alleen rijke of welstellende ouders hadden veel kinderen die bleven leven. De baby’s van arme sukkels overleefden het veel minder en vele arme vrouwen stierven bij of na de bevalling. Velen werden ook gedwongen om in het leger of het klooster te gaan, zonder kans op een nageslacht. De mensen trouwden ook op latere leeftijd. De genen van de zwakkeren in de samenleving konden zich niet handhaven. Darwin’s “survival of het fittest” was niet alleen een genetische selectie, maar was ook een selectie op basis van welvarendheid. De groot deel van de bevolking was ongezond door eenzijdige voeding, gebrek aan hygiëne en slechte huisvesting.
Roland, alias Toeskilfoo
Mijn blog: de kroniek van ingevulde verloren tijd. Het bewijs dat bezig zijn niet noodzakelijk nuttig moet zijn. Als het maar plezant blijft. Af en toe eens wat fotootjes showen, wat onzin uitkramen, en ook wat provoceren, allemaal de expressie van mijn chaotische fantasie. Of zou het toch een therapie zijn tegen dementie?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
candy DULFER saxofoon
zeker al 20 jaar geleden, maar nog altijd een magistraal duo.
-
De lente nadert, het is tijd om de donkere bladzijden om te draaien en te denken aan lichtere zaken. Zoals de bronzen naakten van Irenee Du...
-
Ik hou wel af en toe van een stukje Oud Gregoriaanse muziek. Ooit ben ik tijdens een vakantie toevallig binnengestapt in een abdijkerk van ...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten